Vuurvliegen staan steevast op het menu bij padden, maar op de Zuid-Amerikaanse tafelbergen lijkt een omgekeerde wereld te gelden. Een team van wetenschappers onder leiding van Philippe JR Kok (VUB, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) rapporteert over een zeldzame omkering in de verhouding prooi-roofdier: de larve van een tot heden onbekende vuurvlieg die op de top van de Roraima-tepui leeft, heeft het gemunt op de kleine padden die normaal gezien op de volwassen vuurvliegen jagen. En opmerkelijk: de larve stopt met glimmen wanneer overgaan tot jagen, waardoor hij zijn prooi makkelijker kan benaderen. Dat is in de familie van de vuurvliegen nog niet eerder vastgesteld. De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in ‘Current Biology’.

Vuurvlieglarven jagen normaliter op slakken en andere ongewervelde dieren. Zelf zijn ze onverteerbaar en gloeien om potentiële roofdieren af te schrikken. Maar als je zelf jager wordt kan je beter niet gezien worden. Het slachtoffer hier is de pad Oreophrynella quelchii, die alleen op de top van twee naburige tepuis te vinden is. Opvallend is dat deze kleine padden jagen op de volwassen vuurvliegen. De vuurvliegen waren tot op heden onbekend en hebben vooralsnog geen naam.

Tepuis zijn precambrische tafelbergen uit zandsteen, zo’n 3.000 m hoog, in het noorden van Zuid-Amerika. Hun hoogste toppen zijn door steile kliffen geïsoleerd van de omringende hoogvlakten, savanne en tropisch regenwoud. Philippe Kok is gespecialiseerd in de evolutie van gewervelde dieren in deze afgelegen gebieden en bracht bijna 300 dagen door op tepuis. De tafelbergen inspireerden Sir Arthur Conan Doyle voor zijn beroemde roman The Lost World.