Wiskundeleerkracht is vandaag een knelpuntberoep. Hoe is het zo ver kunnen komen? VUB-professor Wiskunde en Data Science Ann Dooms legt uit. 

Dit stuk verscheen eerder op Tijd.be. Auteur: Ann Dooms, VUB-professor Wiskunde en Data Science. 

 

Al eeuwen hangt de mens aan de lippen van diegene van wie hij kan leren. In de wiskunde is de oudste en bekendste lesgever Pythagoras. Iedereen herinnert zich zijn stelling, maar velen vergeten waarvoor de le!ers staan. 'Iets met een driehoek', klinkt het meestal nog net. Gevraagd naar het nut van de formule luidt het topantwoord: 'Ergens in de bouw waarschijnlijk wel.'

Pythagoras was een echte cultfiguur. Hij hulde zich graag in mysterie, wat de aantrekkingskracht nog verhoogde. Mensen hadden er veel voor over om van hem te kunnen leren en toe te treden tot zijn obscure broederschap - wees gerust, daar zaten ook vrouwen in.

Pythagoras was de eerste die zag: enerzijds kan je overal wiskundige concepten in zien, anderzijds leiden die wiskundige concepten een leven op zich. Hij zag wiskunde in de sterrenhemel. En hij hoorde ze in de muziek. Hij vond een wiskundige formule voor wat ons oor als harmonisch ervaart en zag diezelfde formule in de baan van de planeten. Doordat wiskunde de taal van de we!en van ons universum bleek, scha!e hij de taal op zich naar waarde. Als cadeau kwam hij via abstractie tot de absolute waarheid.

Hij kwam niet als eerste met de stelling op de proppen. Het waren de Babyloniërs die proefondervindelijk tot de wetmatigheid in een rechthoekige driehoek kwamen. Op een voorbeeld werd gemeten en gerekend. Zo werd een verband gevonden dat altijd bleek te werken. Die formule afleiden is een fantastische vondst, maar er blindelings op vertrouwen is een risico.

Zo wordt wiskunde vandaag al te vaak onderwezen: als een recept, als een formule die blijkt te werken na experimentele vaststelling. Maar dat is niet waar wiskunde om draait. Ons onderwijs heeft de focus helaas bijna volledig verschoven naar het praktische nut en neemt net als de Babyloniërs genoegen met formules die blijken te werken. Alsof de meerderheid onder ons te pas en te onpas een integraal zal uitrekenen om de oppervlakte van zijn grillig omboord gras te berekenen. Men gaat hierbij voorbij aan het waarom van een wiskundige techniek. Laat dat net de essentie van de wiskunde zijn, het continue vragen naar het waarom.

Pythagoras vroeg zich dus af waarom die formule je vertelt wat de lengte van die schuine zijde is. Hij zag vervolgens het licht dat aan de geboorte van de eigenlijke wiskunde lag. De lengte van de zijden van de rechthoekige driehoek doet er niet toe om tot het resultaat te komen, maar wel de onderlinge stand van de drie zijden. Redeneren met die relatie bracht hem tot een argument dat aantoont dat de

beroemde vergelijking altijd waar is. Toen, nu en tot in het einde der tijden. Zo gaf hij de start van het logisch redeneren en toonde hij dat er zoiets bestaat als de absolute onbetwistbare waarheid. Eat that, Twi!er.

Wie zag ooit in de klas de beroemde stelling in deze context? Wie hoorde ooit het verhaal achter Pythagoras, de man die ons de waarheid leerde te bewijzen? Dat brengt ons terug naar de essentie van het beroep: een leerkracht vertelt, bezielt, stelt je vragen, kruipt in je hoofd, neemt je in het donker mee met je manke redenering en begeleidt je zo naar de uitgang die je zelf niet zou hebben gevonden.

Lesgeven is het maximaliseren van de aha-momenten bij de leerlingen door te tonen waar je zelf mee worstelde en de inzichten die je kreeg over te brengen. Het is een job waarbij het om inhoud en voldoening draait, een job die voor het grijpen ligt, voor jong en oud. Van eerste generatie student tot zij-instroom. Word jij de nieuwe Pythagoras?