Dit opiniestuk verscheen eerder op tijd.be.
 
VUB zet al geruime tijd in op anderstalige basisopleidingen. Zo begonnen we drie jaar geleden in samenwerking met de UGent de eerste Engelstalige bacheloropleiding in Vlaanderen, een bachelor in Social Sciences. De opleiding was meteen een schot in de roos, zowel bij internationale studenten als bij Nederlandstaligen die in het Engels willen studeren. Zeventien- en achttienjarigen die hun toekomst van meet af aan een internationale dimensie willen geven.

Vormen die opleidingen dan geen bedreiging voor het Nederlands als wetenschapstaal of voor de democratisering van het hoger onderwijs? Ik denk het niet. Het is geen of/of-verhaal maar een en/en-verhaal. Het aanbod aan sociale wetenschappen in het Nederlands blijft overeind.
 
Met onze Franstalige zusteruniversiteit ULB delen we ook de Brussels Faculty of Engineering, die ingenieursmasters aanbiedt in drie talen: het Engels, Nederlands en Frans. Met diezelfde ULB hebben we vorige vrijdag feestelijk het nieuwe academiejaar 2019-2020 geopend. Het was de eerste keer in 50 jaar dat we dat opnieuw samen deden. 50 jaar geleden gingen we elk onze eigen weg, de ULB als Franstalige en wij als Nederlandstalige vrije universiteit. Vandaag bewandelen we weer gemeenschappelijke paden.



Ik ben bijzonder blij dat meertaligheid eindelijk bovenaan op de politieke agenda staat.



Overschrijden

Het thema van de opening was ‘Vrij denken sans frontières’. Dat betekent niet dat er geen grenzen zijn, wel dat we ze moeten durven te overschrijden. De grenzen tussen de universiteit en de samenleving. De grenzen van de kennis die we steeds verder vooruit moeten duwen. En ook: de grenzen van de eigen taalgemeenschap. Liefde voor de eigen taal blijft altijd nodig. Maar het oude adagium ‘de taal is gansch het volk’ kan vandaag perfect samengaan met ‘het volk spreekt vele talen’. Volgens John le Carré wist ook Karel de Grote al dat ‘to have another language is to possess a second soul.’
 
In onze biotoop Brussel lijken de geesten helemaal gerijpt om de meertaligheid te omarmen, te versterken en uit te dragen. Voor de eerste keer in zijn 30-jarig bestaan heeft het Brussels Gewest een minister van Meertaligheid. De bevoegdheid is toevertrouwd aan de liberaal Sven Gatz. Ik ben bijzonder blij dat meertaligheid eindelijk bovenaan op de politieke agenda staat én dat onze experten het beleid van minister Gatz mee vorm mogen geven.
 
Onze vaststelling is dat Brussel duidelijk een heel meertalige stad is, waar de kennis van meerdere talen een voorwaarde is om succesvol te participeren in de samenleving. Bij vele Brusselse werklozen blijkt de gebrekkige talenkennis een levensgroot obstakel.



Voor de eerste keer in zijn 30-jarig bestaan heeft het Brussels Gewest een minister van Meertaligheid



Dat weten we al langer, en er bestaan al tal van opleidingen en initiatieven - zowel aan Nederlandstalige als aan Franstalige kant - om de taalverwerving en de meertaligheid te bevorderen. Alleen is er geen gecoördineerde aanpak. Hier is dus een cruciale rol weggelegd voor de nieuwe minister van Meertaligheid. Een gestroomlijnd beleid moet leiden tot meer meertalige Brusselaars. Tot meer kansen op de arbeidsmarkt. Maar ook tot een verbonden en warme samenleving.
 

Thuistalen

Daarom is het belangrijk niet alleen te focussen op het Nederlands, het Frans en het Engels, maar ook de thuistalen een plaats te geven. Uit onderzoek blijkt dat de erkenning van thuistalen in het onderwijs een gunstige invloed heeft op de taalverwerving van het Nederlands of het Frans.
 
Dat we als universiteit aan het talenbeleid in Brussel kunnen meewerken, heeft niet alleen met wetenschappelijke expertise te maken, maar ook met engagement.
 
Weg met de kloof tussen de campus en de samenleving. Daarom trokken de ULB-rector Yvon Englert en ik tijdens onze gezamenlijke toespraak vorige vrijdag symbolisch onze toga’s uit. Een universiteit moet het niet van uiterlijk vertoon hebben, maar volop in de samenleving staan.