'Mensenrechten zijn er voor iedereen', argumenteren Annalisa Casini en Lisa Wouters, de co-voorzitters van Sophia, het Belgisch Netwerk voor Genderstudies. Hieronder geven ze naar aanleiding van de 110e Internationale Vrouwendag aan waarom zo'n dag nog steeds relevant is.

Lees ook:

Dit artikel verscheen eerder op knack.be. Auteurs: VUB-professor Lisa Wouters en KU Leuven-professor Annalisa Casini.  

De 110 kaarsjes die de Internationale Vrouwendag uitblaast zijn helaas géén reden tot veel feestgedruis. Niet alleen vergroot de covid-pandemie de loonkloof, ook werk en privé staan steeds meer op gespannen voet, geweld en in het bijzonder intrafamiliaal geweld pieken. Daarenboven worden feminisme, antidiscriminatie en het wegwerken van structurele ongelijkheden al te vaak van tafel geveegd als ideologisch geneuzel. Alsof deze strijd niet stoelt op doorleefde ervaringen. Alsof mensenrechten er niet voor iedereen zijn. Alsof hier geen wetenschappelijke grond voor is. 

Genderstudies nemen op een kritische en veelzijdige manier achterstellingsmechanismen en machtsverhoudingen onder de loep: tussen vrouwen en mannen, maar ook tussen vrouwen onderling, bijvoorbeeld op basis van etniciteit, seksuele voorkeur, leeftijd of handicap. Per definitie hebben genderstudies de transformatie van onze maatschappij voor ogen. En laat gesitueerde kennis en een politiek activistisch project nu net de ingrediënten zijn voor een meer solidaire en inclusieve toekomst. 

Deze Vrouwendag is belangrijk, al is het maar om even stil te staan bij de wijze woorden van Audre Lorde: 'I am not free while any woman is unfree, even when her shackles are very different from my own.' Onze strijd is, met andere woorden, nog lang niet gestreden.