Het potentieel van inwonende buitenlandse zorgmigranten en community health workers

Alternatieve zorgmedewerkers worden in het huidige zorgsysteem ondergewaardeerd, dat concludeert VUB-promovenda Sylvia Hoens. De ouderenpopulatie in ons land wordt groter, de behoeften van ouderen worden diverser. Heel wat ouderen vinden in het klassieke zorgaanbod niet de zorg die zij willen. Sylvia Hoens, verbonden aan de opleiding Agogische Wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel, deed een doctoraatsonderzoek naar twee soorten alternatieve zorgmedewerkers: inwonende buitenlandse zorgverleners en community health workers.

Sylvia Hoens concludeert in haar onderzoek dat zowel inwonende buitenlandse zorgverleners als community health workers onvoldoende worden gewaardeerd op economisch, sociaal en politiek vlak. Inwonende buitenlandse zorgverleners verdienen minder dan Belgische zorgverleners en werken niet altijd in de beste arbeidsomstandigheden. Community health workers worden nog te vaak ingeschakeld als vrijwilligers in plaats van als professional en worden niet altijd als volwaardig lid van het zorgteam beschouwd binnen een zorgorganisatie.

De vitale rol van alternatieve zorgmedewerkers wordt nog te vaak gezien als een job met lage status. Nochtans is hun voorkennis van cruciaal belang. Sommige community health workers beschikken over zorgdiploma’s uit het land van herkomst en inwonende buitenlandse zorgverleners hebben vaak eerdere informele zorgervaringen. Inzetten op deze sterktes kan hun rol enkel verbeteren en zo vullen zij leegtes op waar de formele zorg ontoereikend is.

De zorgbehoefte van ouderen is snel aan het veranderen. Ouderen willen bijvoorbeeld graag thuis blijven wonen, maar hebben 24/7 verzorging nodig, ze willen altijd door dezelfde zorgverlener geholpen worden, of hebben specifieke verwachtingen die gebonden zijn aan hun cultuur. Bovendien zijn er heel wat drempels die de toegang tot formele zorg belemmeren, bijvoorbeeld de financiën, bereikbaarheid, lange wachttijden, taalverschillen, enzovoort. Ouderen gaan daarom zelf op zoek naar alternatieven om hun zorg als het ware te ‘bricoleren’, wat we in de literatuur healthcare bricolage noemen. Een van de mogelijkheden om de eigen zorg samen te stellen, is beroep doen op alternatieve zorgmedewerkers.

Inwonende buitenlandse zorgverleners

Het concept van inwonende buitenlandse zorgverleners is in landen als Duitsland, Italië en Oostenrijk al ingeburgerd. Ook bij ons worden er meer en meer helpende handen uit het buitenland ingeschakeld om als zorgkracht voor thuiswonende ouderen te zorgen. Ze staan vooral in voor het huishouden en kleine zorgtaken. Vaak doen ouderen ook nog beroep op een thuisverplegingsdienst voor de zwaardere medische taken.

Inwonende buitenlandse zorgverleners bieden een grote meerwaarde in de zorg voor ouderen en spelen in op verschillende wensen, zo bleek uit de bevraging van ouderen en zorgprofessionals over hun ervaring met inwonende buitenlandse zorgverleners. Het systeem stelt ouderen in staat om langer thuis te wonen en het kan een grote opluchting zijn voor de familie of mantelzorgers van ouderen. Een ander positief aspect is dat inwonende zorgverleners een levensgezel worden en zo het sociaal isolement van veel ouderen doorbreken. Bovendien hebben ouderen meer inspraak in hoe hun zorg verloopt, ervaren ze meer autonomie en gebeuren de zorgverlening en huishoudelijke taken altijd door dezelfde persoon, op een meer persoonlijke manier. Een zorgverlener van een thuiszorgdienst vertelde ons: “Het probleem is dat alle thuiszorgdiensten door verschillende actoren worden voorzien. ’s Ochtends komt de verpleegkundige, dan komt er een huishoudhulp, een poetshulp, … Dat is ingewikkeld voor ouderen. Met een inwonende zorgverlener heb je één persoon die alles doet. Ze zijn altijd beschikbaar.”

Ook zorgverleners uit onder andere Roemenië, de Filipijnen en Guatemala werden bevraagd in het onderzoek. Voor hen spelen verschillende motivaties een rol om deze job aan te nemen en om (tijdelijk) te migreren. Ze willen een onveilige omgeving ontvluchten, willen bouwen aan een betere financiële toekomst voor hun kinderen, ook al gaat dat gepaard met langdurig apart leven, en hun rol als zorgkracht draagt bij tot zelferkenning en trots.

Onduidelijke regelgeving en nauwelijks controle

Een belangrijke kanttekening is dat er niet altijd een geschreven arbeidsovereenkomst of een concrete beschrijving van het takenpakket is. In België is er nog geen duidelijke regelgeving voor inwonende buitenlandse zorgverleners en is er nauwelijks controle op de arbeidsomstandigheden. Die zijn niet ideaal: inwonende zorgverleners moeten vaak 24 op 7 beschikbaar zijn en hebben recht op één vrije dag per week die ze in de praktijk niet altijd krijgen. Een van de zorgverleners die werd geïnterviewd, vertelde: “Ik heb vrije tijd, maar ik kan het huis niet verlaten want ik moet stand-by blijven. Zij heeft hulp nodig om te stappen en elke avond wil ze naar de maan kijken in de tuin en moet ik haar helpen. Zij heeft een bepaald dagschema en ik moet dat volgen.”

Community health workers

Ouderen met een migratieachtergrond ervaren bijkomende drempels naar formele zorg, bijvoorbeeld taaldrempels of een beperkte kennis van het zorgsysteem. Maar naast de individuele drempels, is er ook een verantwoordelijkheid weggelegd voor zorgorganisaties, die niet altijd tegemoetkomen aan de wensen van ouderen met een migratieachtergrond, hun cultuur die een invloed heeft op de visie op zorg, onzekerheden rond interculturele ontmoetingen of soms zelfs discriminatie.

Community health workers brengen de zorg dichter bij de mensen en maken zorgorganisaties toegankelijker voor ouderen met een migratieachtergrond. Ze zoeken ouderen op in hun eigen buurt, informeren hen over het zorgaanbod en bouwen bruggen tussen zorgaanbieders en de gemeenschap. Community health workers met een migratieachtergrond hebben bovendien vaak meer kennis over de culturele verwachtingen en behoeften die ouderen met een migratieachtergrond hebben en gaan cultuursensitief te werk om eventuele twijfels, vragen en onzekerheden weg te nemen bij ouderen.